Nieuwsbrief oktober 2014
Het konijn in de herfst:
Konijnen zijn behoorlijk temperatuurgevoelig, en dan vooral voor hoge temperaturen. Zij regelen hun lichaamstemperatuur voornamelijk via de bloedvaten van de oren. Meer bloed in de oren geeft meer afkoelend oppervlak, maar het is daarvoor wel belangrijk dat de rest van het lichaam niet te veel of weinig is ingepakt met de vacht. Konijnen kunnen daarom ruien. In de herfst kun je opeens grote plukken dons in het hok zien liggen.
Vooral konijnen die buiten gehouden worden, hebben in de winter een heel andere vacht dan in de zomer en dat is maar goed ook. Het verwisselen van hun jasje duurt 2 tot 6 weken. Dat is verschillend per konijn en per ras. Ook kunnen konijnen met veel stress of slechte voeding langer nodig hebben om te ruien. Het ruien begint meestal op het hoofd, daarna de nek en rug en vervolgens verhaart de buik. Soms stopt het ruien en zie je een konijn met 2 verschillende vachten. Vaak is dan een aanpassing van de voeding nodig of zijn er andere problemen.
Als konijnen verharen is het heel fijn voor ze om extra goed te borstelen. De nieuwe vacht wordt dan mooier en dichter. Bovendien krijgt het konijn dan niet te veel haren naar binnen die soms tot haarballen kunnen leiden. Altijd al goed maar nu zeker is het om veel fris en hoogwaardig hooi geven. Konijnen hebben echt behoefte aan goed hooi als hoofdbestanddeel van hun voeding. Hooi geeft een goede vertering en zorgt ervoor dat de opgelikte haren ook weer afgevoerd worden met de ontlasting.
Nieuwsbrief juni 2014
In deze tijd bloeit de natuur weer volop.
De paardebloem heeft nu plaats gemaakt voor de madeliefjes en boterbloemen in de grasvelden.
Konijnen die in het gras zitten eten gras en eten madeliefjes. De boterbloempjes ( geel glanzende bloempjes) laten zij staan.
Als je cavia’s lekker verse natuur wilt voeren dan kun je geen verse boterbloempjes geven.
De “Scherpe boterbloem” kun je gedroogd wel geven ( in hooi), maar vers zijn ze giftig. Het sap kan ook een rode, jeukende huid veroorzaken.
Het madeliefje ( wit bloempje met geel hartje) werkt stimulerend op de stofwisseling.
Nieuwsbrief konijn Happy hoppers april 2014
Een passie voor graven
Alle konijnen graven. De één wat fanatieker dan de ander. Waarom doen zij dit?
Heeft het echt een doel of gaat het alleen om de leuke bezigheid?
De wetenschappelijke naam van het huiskonijn is Oryctolagus Cuniculus.
Oruktés betekent graver en lagõs betekent haas.
Cuniculis betekent ondergrondse gang.
Ons konijn stamt af van het wilde konijn. Konijnen worden blind, doof en kaal geboren. Zij hebben dus een goede bescherming nodig. Konijnen hebben een holenstelsel met diverse gangen. Ze graven bijna altijd in zandbodems omdat hun poten niet echt geschikt zijn om te graven. De rammen (mannetjes) maken hun graafwerk zelden af. De oudere voedsters ( vrouwtjes) vervolmaken de bestaande gangen.
De jonge drachtige voedsters zijn het meest fanatiek met het werk aan de kamers en meerdere uitgangen. De kraamkamer ( ook wel wentel genoemd) wordt aan het einde van een aparte gang gegraven en dichtgemaakt zodra de jongen zijn geboren. De jongen worden slechts 1x per etmaal gevoed! Daarna wordt de kamer weer dichtgemaakt. Roofdieren ruiken hen zo niet.
Het graven gebeurt voornamelijk met de voorpoten en de grond wordt telkens na enkele minuten met de voorpoten weggeduwd, het konijn draait zich hiervoor om. Zo zal de holte niet worden geblokkeerd.
Het graven heeft nog meer functies:
Het behoort ook tot het foerageergedrag, zo zoeken konijnen naar voedsel. Konijnen eten gevarieerd. Uit diverse onderzoeken is gebleken dat konijnen ongeveer vijf verschillende gewassen per dag eten als ze de kans krijgen. Ook selecteren ze onderdelen: soms de bladeren, soms de stengels, de bast of de wortels. Thuis kan dit graven problemen geven. Graven in voerbakjes, het hok, op de bank, in kleding e.d. zal meestal niet worden gewaardeerd door jou als eigenaar. Een konijn dat weinig mogelijkheden heeft tot graven, kan fanatieker of dwangmatiger er in worden. De behoefte wordt immers nooit bevredigd als je elke dag je eten in een bakje krijgt.
Aanbieden van mogelijkheid tot graafwerkzaamheden zou deel uit moeten maken van elk gehouden konijn.
Mogelijkheden om aan de graafbehoefte van een konijn tegemoet te komen zijn bijvoorbeeld:
– Voer los strooien en tussen het stro verstoppen.
– Een hooibal maken: een flinke pluk hooi, lekkere groente erin en stevig dichtmaken met raffia of sisaltouw.
– Twijgjes vermengen met eetbare stengels en stevig aan elkaar binden met sisaltouw.
– Een pot met zand en worteltjes.
– Een platte schaal met graszode en het voer daar los tussen strooien.
– Een grote doos met beukensnippers, papiersnippers ( b.v. van het telefoonboek).
– Een doos met oude handdoeken en lapjes ( houd wel in de gaten dat er niet van wordt gegeten).
– Een zandbak of een stukje tuin waar dagelijks in gegraven kan worden.
Vriendelijke groeten van huisdierenkliniek Hornstra
Met dank aan het vakblad Vedias
LICG Nieuws
Muesli slecht voor konijnen
22 januari 2014
Voor eigenaren van als huisdier gehouden konijnen is een grote diversiteit aan voeders beschikbaar. Naast hooi en brokjes zijn er ook zogenaamde muesli ’s beschikbaar. Deze bestaan vaak uit brokjes in verschillende kleuren, geplette granen en andere zaden en soms ook grasdeeltjes. Brits onderzoek laat zien dat consumenten dit soort voeders aantrekkelijk vinden en graag kopen.
In een onlangs gepubliceerd onderzoek werden vier voermethoden voor als huisdier gehouden konijnen vergeleken. Daarbij werden rantsoenen met muesli vergeleken met rantsoenen met brokjes en hooi. De onderzoekers vonden dat konijnen die muesli kregen de graandelen uit het dieet selecteerden waardoor de samenstelling van het opgenomen dieet erg eenzijdig werd. Ook bleken konijnen die muesli kregen minder hooi op te nemen in vergelijking met rantsoenen waarin hooi samen met brokjes werd aangeboden. Verder was de wateropname bij rantsoenen met muesli lager. Vanwege de kans op gezondheidsschade bij verlaagde hooiopname, niet gebalanceerde rantsoenen en te lage wateropname stellen de onderzoekers dat het gebruik van muesli niet aanbevolen kan worden.
De uitkomsten van dit onderzoek waren bepaald niet verrassend. Al in 1996 publiceerde de Britse onderzoekster en dierenarts, Harcourt-Brown een artikel waarin ze de schadelijke effecten van muesliachtige voeders voor konijnen aantoont. De selectieve opname leidt vooral tot een sterk verhoogd risico op calciumtekorten. Eenzijdige opname van muesli en brokken draagt ook bij aan tandproblemen en problemen met het maagdarmstelsel. Onderzoek in het kader van het onderzoeksprogramma ‘Welzijn van Gezelschapsdieren’ toonde ook aan dat fouten in de voeding een veel voorkomende oorzaak zijn voor gezondheidsproblemen bij het konijn.
Wilt u meer weten over hoe u uw konijn gezond kunt houden? Lees dan het Praktisch document ‘Houd uw konijn gezond!’.
Nieuwsbrief november 2013
Konijnen zijn kampioen gravers
Het konijn behoort tot de haasachtigen. De wetenschappelijke naam is Oryctolagus Cuniculus. Oruktés= graver, Lagoos= haas, Cuniculus= ondergrondse gang.
Reden van het graven:
In het wild graven vooral de rammen ( mannelijk konijn) en de voedsters ( vrouwelijk konijn) vervolmaken de gegraven gangen. Ze maken een holenstelsel waarin de gangen met elkaar zijn verbonden. Elke kamer heeft meerdere in- en uitgangen. Dit om een dominant konijn te kunnen ontlopen of te ontsnappen aan gevaar.
De kraamkamer wordt dichtgemaakt en de voedster komt slechts 1 keer per etmaal de jongen voeden. Door de kamer dicht te maken zal hun geur niet de aandacht kunnen trekken van roofdieren.
Het graven:
Konijnen graven vooral met hun voorpoten. Het zand wordt tussen de voorpoten door naar achteren gegooid. Na enkele minuten draait het konijn zich om en duwt het zand met de voorpoten weg ter voorkoming van het instorten van de gangen.
Foerageren:
Een andere reden voor graven is het zoeken naar eten ( foerageren). Als konijnen de kans krijgen eten ze dagelijks andere gewassen. Ze selecteren de planten en van die planten selecteren ze weer onderdelen: Soms het blad, soms de stengels, de bast of de wortels.
Om te eten wat ze willen halen ze met hun voorpoten het gewenste naar boven en maken dat zandvrij.
Graven in huis:
Een konijn kan in huis met graven schade aanrichten aan bijvoorbeeld het tapijt of met de voerbak in het hok er een chaos van maken. Soms kan het agressief gedrag lijken, waar toch geen sprake van is. Konijnen die niet voldoende hun natuurlijke geaardheid van het graven kunnen bevredigen, kunnen fanatieker of dwangmatiger worden in het willen graven..
Mogelijkheden om de graafbehoefte van je konijn tegemoet te komen:
– Voer niet in het bakje geven, maar in het hok strooien en tussen het hooi verstoppen.
– Een hooibal maken: Een flinke pluk hooi, lekkere groente erin en dat stevig dichtmaken met raffia of sisaltouw.
– Twijgjes vermengen met eetbare stengels en stevig aan elkaar binden met sisaltouw.
– Een aarbeienpot of bloempot met zand en worteltjes.
– Een platte schaal met een graszode en het voer er los tussen strooien.
– Een grote doos met beukensnippers of papiersnippers (b.v. van een telefoonboek).
– Een doos met handdoeken en lapjes ( pas op dat het konijn deze niet opeet!).
– Een grote kunststof doos half vullen met speelzand en een opstapje zodat je konijn er zelf in kan.
– Een zandbak of een stukje grond uit de tuin waar dagelijks een poosje in gegraven kan worden.
Met dank aan Vedias vakblad
Nieuwsbrief september 2013
Gebitsproblemen bij de cavia en het konijn
Tanden en kiezen van de cavia en het konijn groeien levenslang door.
Als de stand van het gebit goed is en het dier voldoende hooi krijgt om te knagen, dan slijten de tanden en kiezen mooi op elkaar af.
Het kan mis gaan als het dier te weinig knaagt door te voedzaam of teveel droogvoer, waardoor ze minder hooi eten of doordat ze dagelijks te weinig hooi tot hun beschikking hebben.
Voor cavia’s is het voldoende vitamine C in het voer van belang. Een tekort aan vitamine C kan gewrichtsproblemen geven, waardoor ook de kaak pijnlijk is. De cavia gaat dan minder eten,dat gebitsafwijkingen tot gevolg kan hebben.
Als kiezen niet goed afslijten dan zullen ze in het bovengebit naar buiten toe doorgroeien en in het ondergebit naar binnen toe doorgroeien. Hierdoor zullen de bovenkiezen in de wang gaan steken en zullen de onderkiezen over de tong gaan groeien. Je zult begrijpen dat dit niet direct opvalt.
Pas als een cavia of konijn veel pijn ervaart, zal deze minder gaan eten, waardoor je weet dat er iets mis is. Ook kan er bij de bovenkaak een bult ontstaan.
De voortanden kunnen scheef doorgroeien als ze niet netjes boven elkaar staan.
De konijnen en knaagdieren worden voor een gebitsbehandeling altijd onder narcose gebracht. Als men dat niet doet, dan is er een te grote kans op beschadiging van de tanden tijdens het onderzoek of de behandeling.
Gebitsbehandeling cavia onder narcose:
Met behulp van wangsperders en beksperders kunnen we goed alles inspecteren.
Met een diamantvijl worden kiezen geslepen en met een fijne cirkelboor worden eventueel de tanden op lengte gesneden. Afhankelijk van de stand van de elementen in de bek en de preventie voor een terugval, kan herhaling van de behandeling wel of niet nodig zijn.
Het konijn heeft boven en onder twee voortanden. Achter de bovenvoortanden zitten de zogeheten Stifttanden ( deze kun je niet zien). Boven heeft het konijn aan beide zijden drie kiezen en onder aan beide zijden vijf kiezen.
De cavia heeft boven en onder twee voortanden en achter aan beide zijden vier kiezen.
Een doorgegroeide kies aan de bovenzijde van een konijnegebit:
Preventie:
– Weinig droogvoer geven
– Dagelijks veel hooi ter beschikking geven
– cavia’s voldoende verse vitamine C geven
Erger voorkomen:
Hoe eerder afwijkingen van het gebit worden behandeld, des te gezonder blijft je dier en des te minder risico’s loopt hij of zij.
– Wees alert op het eetgedrag
– Let op of je dier stiller is dan anders ( kan pijn zijn )
– Houd de ontlasting in de gaten
– Weeg je dier geregeld, een dikke vacht kan vermagering camoufleren
– Bij twijfel overleg met de dierenarts
Nieuwsbrief augustus 2013
Cavia en Konijn: Begrijpen ze elkaar?
Gedrag nader bekeken.
Om zich te beschermen tegen roofdieren leven cavia’s en konijnen in groepen. Een enkel dier vangen voor een roofdier als dieren in een groep leven is moeilijker. Taken kunnen in een groep verdeeld worden: Groepsgenoten kunnen opletten terwijl een aantal dieren eten.
Groepsleden hebben sociaal contact en nemen elkaars gedrag en stemming over zoals bijvoorbeeld: samen vluchten, samen eten en samen slapen.
Sociale vaardigheden en rangorde speelt ook een rol.
In sommige opzichten lijken konijnen en cavia’s op elkaar, waardoor ze samen zouden kunnen leven. Maar met de verschillen moet echt rekening worden gehouden.
Voer:
Cavia’s maken geen vitamine C aan, konijnen wel. Cavia’s hebben ook meer proteïne nodig dan konijnen.
Hierin zit dus een wezenlijk verschil voor specifiek droogvoer.
Konijnen lusten wel caviavoer, maar konijnen hebben hun eigen specifieke samenstelling nodig. Dit is dus wel lastig als konijn en cavia samenleven.
Foerageergedrag:
In het wild foerageren konijnen door te graven en op hun achterpoten te staan. Dit doen ze op beschutte plaatsen, maar veelal in het open veld. Bij gevaar kan een konijn vluchten door de snelheid en door zig-zag bewegingen te maken.
Cavia’s foerageren het liefst door voedsel te zoeken op beschutte plaatsen. Springen en rennen om te vluchten is voor een cavia niet weggelegd. Ze maken paadjes en volgen elkaar in een lange rij. De dominantste voorop.
Rangorde:
Voor konijnen is rangorde belangrijk. Om deze te bepalen en te bevestigen komen agressie, wegjagen en rijden op de ander veel voor. Bij cavia’s is er ook een rangorde, maar die is veel minder opvallend aanwezig. Door imponeren zullen zij hun superioriteit kenbaar maken.
Een konijn wat voortdurend op een cavia gaat rijden of de cavia wil verjagen bij het voer, zal door een cavia niet gemakkelijk worden begrepen. Hij kan er bang van worden en zelfs gewond raken.
Van nature gaan cavia’s gevechten liever uit de weg, hun pootjes zijn niet geschikt om te vechten en springen.
Communicatie:
Bij cavia’s is het maken van geluid een wezenlijk onderdeel van de communicatie: opwinding, seksuele bereidheid, dreiging, gevaar, vinden van voedsel: Allemaal situaties waarbij cavia’s verschillende geluiden maken om elkaar te attenderen.
Een konijn begrijpt hier niets van en zal ook geen reactie geven.
Verzorging:
Voor konijnen is het elkaar verzorgen en wassen een heel gebruikelijk ritueel in het sociale contact. Dit gebeurt dan ook meerdere keren op een dag.
Cavia’s doen dit niet, waardoor een konijn zich sociaal eenzaam kan voelen. Een konijn voelt zich als prooidier wel veiliger samen met een cavia dan helemaal alleen.
Gezondheid:
De bacterie Bordetella Bronchiseptica komt vaak voor als cavia en konijn samen worden gehouden.Voor cavia’s is deze bacterie dodelijk. De bacterie kan bij konijnen diverse ademhalingsziektes en gevoeligheid veroorzaken. Het kan ook dat een konijn geen symptomen vertoont maar wel de bacterie bij zich draagt.
Toch samen?:
Van jongs af aan bij elkaar heeft dan de voorkeur. Gewenning aan nieuwe situaties staan ze dan meer open voor en zo groeien ze samen op. Het hok moet goed ruim zijn en er moeten voldoende schuilmogelijkheden zijn, dit bevordert het slagen van het contact.
Zodra ze seksueel volwassen worden ( konijn 3-6 maanden, cavia 2-3 maanden) kan het gedrag veranderen. Als ze goed samenleven, houd ze dan in die periode goed in de gaten, want dan kan hun gedrag veranderen.
Bij het later samenbrengen van een konijn en een cavia, dan is het afhankelijk van hun eerder opgedane ervaringen en sociale contacten hoe de kans van slagen zal zijn.
Let op agressie
Geef bij voorkeur het droogvoer gescheiden.
Houd de gezondheid goed in de gaten.
Konijnen en cavia’s zijn goed in staat om iets te leren. Daarom kunnen ze elkaars communicatie en gedrag tot op zekere hoogte gaan begrijpen.
Maar dat is sterk afhankelijk van de band die ze samen hebben en de stabiliteit van de dieren.
Goed gesocialiseerde dieren zullen beter met stress en spanning kunnen omgaan en zich makkelijker aanpassen aan de omstandigheden.
Voor dit artikel mede dank aan vakblad Vedias
NIEUWSBRIEF HAPPY HOPPERS JUNI 2013
Opgepast met het warme weer!
Myasis bij konijnen ( Madenziekte) een dodelijke ziekte.
Vliegen leggen graag eitjes op een gunstige voedingsbodem.
Ontlasting en keutels vinden zij hiervoor aantrekkelijk. Ook warme plekjes.
Dit geeft dat er met warm weer een verhoogd risico is dat uw konijn eitjes van de vlieg rond de anus krijgt.
Binnen korte tijd ( enkele uren!) worden dit maden.
Maden eten zich groot. Dit houdt in dat uw konijn letterlijk wordt opgegeten als u er niet op tijd bij bent.
Controleer uw konijn dagelijks, vooral van achteren bij de buik en de anus.
Een konijn laat niet gauw zien dat er wat aan de hand is. Hij of zij zal stiller worden en uiteindelijk stoppen met eten. Dan is het meestal al te laat om het nog te kunnen behandelen.
Wanneer er geen huid meer is en de maden hebben zich een weg naar de buikholte via de liezen gebaand, dan is er geen behandeling meer mogelijk.
Konijnen met te zachte ontlasting die soms wat aan de vacht blijft plakken hebben een nog hoger risico hierop.
Ook buiten is de kans groter vanwege een groter aantal vliegen.
Wat te doen?
– Zorg voor een droog hok met weinig keutels.
– Controleer uw konijn dagelijks.
Een konijn met zachte ontlasting nog vaker controleren en overleggen met de kliniek wat er gedaan kan worden om voor goede ontlasting te zorgen.
– Was het achterwerk van het konijn als het vies is en droog het goed.
– Bij twijfel overleg met de kliniek
– Als er sprake is van maden dan is het EEN SPOEDGEVAL!!
Mocht uw konijn veel risico lopen, dan kunt u aan onze kliniek een middel bestellen ter preventie.
Nomyiasis 75ml
Anti-myiasis Spray
2 spraydoseringen per 250 gram/Lg.
Dieren zwaarder dan 2 kg:
16 spraydoseringen per dier.
Tijdens de risicovolle periode een keer per maand toedienen.
Nieuwsbrief mei 2013
Tip: www.dierenkruiden.nl
Hier kunt u bijvoorbeeld appelblokjes en appel- of banaanschijfjes kopen.
( klik dan links op DIERenKRUIDEN)
Dit zijn gezondere snacks dan b.v. de knabbelstaven.
Voor alle snacks geldt: matig geven en niet dagelijks.
Blaasgruis of blaasstenen bij het konijn of de cavia
Deze maand hebben wij een konijn behandeld die last had van enorm veel blaasgruis.
Ook kunnen cavia’s hier chronisch last van hebben.
Overtollig calcium wordt door het lichaam afgevoerd via de nieren en de blaas.
Dit kan gruis veroorzaken in de urine.
Wat zijn de symptomen?
– Dikkige urine met wittige afzetting.
– Cavia’s kunnen piepen bij het urineren.
– Vermageren
– Je kunt geregeld bloed in de urine zien wanneer je het hok verschoond.
Het bloed komt door beschadiging van de blaaswand door het gruis of eventuele steentjes.
Ook een blaasontsteking kan deze symptomen geven.
Behandelen:
De behandeling bestaat uit het grondig spoelen van de blaas onder narcose.
Het lijkt vrijwel geen urine wat we eruit halen, maar het is een dikke brei die crème gekleurd is. We geven pijnstilling en ontstekingremmer in vloeibare vorm mee om het dier nog mee na te behandelen.
Ter voorkoming dat het probleem terug komt:
Het dier krijgt voortaan Timothy hooi ( laag calcium gehalte) en Urinary Tract Health droogvoer
VetCarePlus Urinary Tract Health Formula
- 28% Ruwe vezels
- Op basis van timothy hooi
- Laag calciumgehalte: 0.5%
- Met extra Vitamine C – 500mg/kg
- Bevordert de waterconsumptie
- Met veenbessen en blauwe bosbessen – natuurlijke anti-oxidanten
- Echinacea – helpt het immuunsysteem te verbeteren en infecties te bestrijden
- Paardenbloem – een mild diureticum – om de normale nierfunctie te stimuleren
- Rijk aan “lange vezels”
- Langer kauwproces – bevordert de natuurlijke slijtage van de tanden
- Een evenwichtige, complete voeding
- Tarwe- en glutenvrij
- Met extra lijnzaad voor een gezonde huid en vacht
- Zonder kunstmatige kleur- of smaakstoffen
- Zonder toegevoegde suikers
Daarbij veel groenvoer, want dan krijgt hij of zij meer vocht binnen en meer plassen is gunstig.
Laat je dier wel geleidelijk wennen aan meer groenvoer, want anders krijgt het diarree. Bleekselderij zorgt goed voor het meer drinken en plassen.
Nieuwsbrief maart 2013
Goedendag konijneneigenaar,
Deze nieuwsbrief gaat over:
– De voordelen van het steriliseren van een vrouwtjeskonijn
en het castreren van het mannetjeskonijn.
Het steriliseren ( officieel castreren) van een voedster:
In medisch opzicht is het in het belang van de voedster om haar op jonge leeftijd te steriliseren. De eierstokken worden dan verwijderd en de baarmoeder is daardoor hormonaal niet meer actief en zal slinken.
De leeftijd tussen een half jaar en een jaar is aanbevolen voor de operatie.
Reden:
Wat veel mensen niet weten is dat wanneer een vrouwtjeskonijn overlijdt, dat vaak komt door kanker aan de baarmoeder of cystes aan de eierstokken. Ook kan de voedster kwaadaardige tepeltumoren ontwikkelen op latere leeftijd.
Om niet het risico te hoeven lopen een ziek of ouder konijn te moeten opereren ( waardoor er hoger narcoserisico is), raden artsen aan het konijn jong en in gezonde toestand te steriliseren.
Het castreren van een rammelaar (mannetjeskonijn):
In medisch opzicht is het niet nodig om een gezonde rammelaar te castreren.
Het castreren van de rammelaar wordt dan ook vooral gedaan tegen het voortplanten en tegen markeergedrag in huis.
Een rammelaar is na de castratie nog 3 tot 6 weken vruchtbaar!
De geslachtshormonen met daarmee het markeergedrag en de vruchtbaarheid nemen in die weken langzaam af.
De ballen worden verwijderd. Dit kan zowel met lokale verdoving zonder narcose als met narcose.
Narcose:
Tegenwoordig is er minder narcoserisico dan vroeger. We werken met inhalatienarcose ( zuurstof met isofloraan). Het konijn krijgt eerst per injectie wat narcose toegediend, omdat voor de inhalatienarcose er een tube ( buisje) in de keel wordt gebracht. Ook zouden konijnen hun adem inhouden als ze isofloraan opmerken, dus vandaar de inleidende narcose.
De inhalatienarcose is minder belastend voor het lichaam. De narcose blijft na de operatie niet zo lang in het lichaam als andere narcose en het is minder belastend voor bijvoorbeeld de nieren. Ook monitoren we het konijn, waardoor we tijdens de operatie een goed beeld hebben van o.a. de ademhaling en de narcosediepte.
Nieuwsbrief konijn februari 2013
Goedendag konijneneigenaar,
Deze nieuwsbrief gaat over:
Gedrag:
Konijnen zijn groepsdieren en wanneer de karakters goed met elkaar overweg kunnen dan verzorgen zij elkaar. ( Likken). Ook liggen en zitten ze graag tegen elkaar. Dit kunnen wij als mens niet volledig evenaren en een konijn alleen is daarom niet aan te raden.
Het beste is het om konijnen op jonge leeftijd aan elkaar te laten wennen.
Je kunt het beste twee konijnen tegelijk uit 1 nestje nemen.
Geef konijnen voldoende ruimte, ze houden van rennen en als ze gelukkig zijn maken ze draaiende luchtsprongen, prachtig om te zien!
Hoe meer ruimte konijnen hebben, hoe normaler hun gedrag is waardoor het beter gaat om meerdere konijnen bij elkaar te houden. Als konijnen veel stilzitten en weinig bewegen, hebben zij meer risico tot overgewicht en kunnen de hakjes van de poten wondjes krijgen. Ook kunnen ze eerder spijsverteringsproblemen krijgen.
Konijnen vinden het leuk om door tunnels te kruipen, ergens op te kunnen springen en te knagen. Er zijn rollen te koop van karton met hooi eraan vast. Ook kun je plastic PVC buizen kopen in de doe-het-zelf zaak om gangen te maken waar ze door heen kunnen kruipen.
Kartonnen dozen zijn leuk. Konijnen graven graag. Je kunt er bijvoorbeeld kranten of wat dennenappels in stoppen.
Pas op met elektriciteitsdraden en meubels in je huis. Konijnen knagen van nature en kunnen geen onderscheid maken in wat wel en niet mag worden gegeten.
Spelen is zowel voor de beweging als tegen verveling/ depressie goed.
Zindelijkheid:
Het konijn zindelijk maken gaat heel eenvoudig.
Een konijn zal van nature één plek aanhouden om te plassen en te keutelen.
Wanneer je pas een konijn hebt is het verstandig om het territorium langzaam uit te breiden. Dus niet bijvoorbeeld het konijn ineens meerdere kamers te geven waar hij of zij kan komen. Dan is het territorium te groot en zullen er meer ( ongewenste) plekken van urineren/ keutelen komen.
Zorg dat het konijn altijd vlakbij het hok of de bak kan voor zijn of haar behoeftes.
Een ongecastreerd konijn kan gaan markeren, zowel met keutelen als met urineren. Castratie helpt hiertegen ( Het effect van een castratie duurt 3- maximaal 6 weken).
Bij vragen over onzindelijkheid kun je onze kliniek bellen en vragen naar
Jacoline Mulder.
Een konijn is een prooidier. Hierdoor zijn ze van nature geneigd om te vluchten. Houd hier rekening mee door je konijn liever niet van bovenaf te pakken. Wanneer je je konijn leert met wat lekkers naar je toe te laten komen en rustig hem of haar benadert,zal hij of zij niet zo gauw schrikken en tammer worden.
Met wat lekkers leren konijnen snel wanneer er wat aan komt. Door het laten knisperen van verpakking kun je je konijn leren om te komen voor wat lekkers. Op deze manier leert het konijn ook naar het hok te gaan en voorkom je een jacht op je konijn, waarbij het konijn in paniek zou kunnen raken.
Geluid:
Een konijn bromt als hem of haar iets niet bevalt, of uit opwinding wanneer een rammelaar( mannetjeskonijn) achter een vrouwtje aan gaat.
Als een konijn gilt is het in doodsangst. Verder maken konijnen geen geluiden.
Markeren:
Konijnen communiceren veel d.m.v. markeren/ geuren. De anaalklieren zorgen voor geur aan de keutels. Hiervan kunnen konijnen veel informatie krijgen, zoals geslacht, dominantie, vruchtbaarheid…
Urineren en keutelen dient vaak als markeren.
Kinklieren geven geuren af voor soortgenoten. Hierom wrijven konijnen met hun kin langs voorwerpen, soortgenoten en mensen. Mocht je veel tijd willen investeren in een gelukkig konijn, dan kunnen wij je het boek “High Five met je konijn” van Bernice Muntz van harte aanbevelen!
De schrijfster is een dierentrainster en het boek gaat vooral over het opvoeden van je konijn, hoe je je konijn dingen kunt leren, spel en gedragsproblemen. Ook gaat het begin van het boek over de verzorging van het konijn.
In onze kliniek kun je vragen naar het inkijkexemplaar. Hij is echter niet bij ons te koop, maar wel in de boekhandel.
Nieuwsbrief januari 2013 Konijnen
Goedendag konijneneigenaar,
In deze nieuwsbrief over het konijn gaat het vooral over voeding.
Elk jaar gaan enkele van onze dierenartsen en assistentes naar de nascholing over konijnen en knaagdieren ( de K&K dagen).
Voor een groot deel wordt hierin het nieuwste over de medische zorg onderwezen.
Altijd gaat ook een deel over de preventieve zorg.
Deze preventieve zorg ligt in handen van u als eigenaar.
Aan ons de taak om de kennis hierin te delen.
Het ziek worden van een konijn kan voor een groot deel tegen worden gegaan met goede voeding, geschikte omstandigheden en oplettendheid van de eigenaar.
In de nieuwsbrieven die gaan volgen zal dieper in worden gegaan op een onderwerp.
Deze mail gaat vooral over voeding.
Hoe kun je gezondheidsproblemen van je konijn zoveel mogelijk voorkomen?
Let op de volgende dingen:
– Goede Voeding
– Voldoende beweging
– Vachtverzorging ( kammen bij verharen)
– Voorkom overgewicht
– Sterilisatie op jonge leeftijd
– Wees alert op o.a. hoe de keutels eruit zien/ eten en drinken/gedragsveranderingen
Voeding:
Geef een konijn elke dag voldoende hooi om te eten. Liefst gras of weidehooi.
Alfalfahooi en klaverhooi alleen met mate geven vanwege dat deze rijk zijn aan eiwit en Calcium ( waar het konijn niet teveel van mag krijgen).
Soms is het geven van Timothy hooi van belang vanwege het lage Calcium gehalte.
Hooi mag nooit stoffig zijn als u het uit elkaar haalt.
Met de grasmaaier afgemaaid gras mag nooit gegeven worden in verband met gistingsgevaar (trommelzucht), geplukt, met de hand gesneden of geknipt lang gras mag wel gegeven worden.
Geef droogvoer van een hoge kwaliteit, dat bestaat uit biks en niet uit verschillende zaden. Dit om selectief eten tegen te gaan waardoor het konijn de voeding in verkeerde verhoudingen zou krijgen.
Geef niet meer dan 25 gram droogvoer per dag per kilogram lichaamsgewicht van je konijn! Dit in tegenstelling tot wat de verpakkingen adviseren.
Een teveel aan droogvoer geeft dat een konijn eerder verzadigd is, daardoor minder hooi zal eten, waardoor de tanden niet voldoende afslijten.
Tevens wordt een konijn er te dik van. Een konijn dat veel beweegt mag wat meer droogvoer dan een konijn dat weinig beweegt.
Groenvoer geef je dagelijks aan je konijn. Laat een konijn er langzaam aan wennen. Wees zuinig met koolsoorten, omdat een konijn daar gasvorming van kan krijgen wat levensbedreigende vormen aan kan nemen. Dus het mag wel, maar geef niet meer dan een klein stukje. Wortel bevat relatief veel suiker, hoewel wortel uit 90% uit vocht bestaat. Geef ook wortel met mate. Ze kunnen er anders diarree van krijgen, vooral jonge konijnen. Richtlijn voor groenvoer: 75 gram per kg lichaamsgewicht per dag en varieer het. Voorbeelden: andijvie, broccoli, venkel(heel weinig), bleekselderij(3 cm), selderieknol, koolrabi, witlof, veldsla, waterkers, boerenkool, bloemkoolblad, paksoy, mosterdblaadjes, frambozenblaadjes, paardebloemblad, wortel en het loof van wortelen. Wat peterselie of selderie. Een partje Fruit of sappige groente kan ongeveer 3 keer per week worden gegeven.
Hard geworden brood mag je konijn hebben, maar ook dat niet elke dag en een klein beetje.
Geef GEEN zout liksteen. Deze bevat teveel calcium, wat blaasproblemen kan geven.
Snoep geeft je bij voorkeur niet. Knabbelstaven bevatten teveel koolhydraten en yoghurtdrops teveel suiker. Gedroogde banaan- of appelsnippers die in de dierenwinkel te koop zijn, kunnen in kleine hoeveelheid worden gegeven.
Water mag nooit ontbreken. In de winter houd je goed in de gaten dat het water ( buiten) niet bevriest. Voor drinkflesjes buiten zijn hoesjes in de dierenwinkel te koop om voor bevriezen en algengroei door de zon te beschermen.
Laat het konijn NOOIT vasten. Als je konijn een dag niet eet is dat spoed!
Een konijn mag geen lege darmen krijgen.
Op onze kliniek kunt je een folder ophalen over voeding, met o.a. giftige plantensoorten erin vermeld.
Ten slotte nog de voeding die je konijn zelf produceert. De nachtontlasting ( zacht en geen ronde keutels) eet je konijn direct vanuit de anus op. Dit is belangrijk. Het bevat 60% vocht, hoogwaardige eiwitten, vitamines ( vooral B en K) en vetzuren. Deze ontlasting levert uw konijn 15-25 % van de dagelijkse eiwitbehoefte en 9-15% van de energiebehoefte.